ABN AMRO beëindigt bankrelatie wegens onvoldoende medewerking aan cliëntenonderzoek
De Rechtbank Amsterdam heeft recent geoordeeld dat ABN AMRO de bancaire relatie met een klant terecht heeft beëindigd. De bank had onvoldoende vertrouwen in de integriteit van de cliënt, mede omdat die weigerde volledig mee te werken aan het cliëntenonderzoek op grond van de Wwft. De uitspraak onderstreept dat banken hun opzeggingsbevoegdheid mogen inzetten als zij structureel onvoldoende inzicht krijgen in de herkomst van gelden of de aard van transacties. Voor ondernemers en particulieren met buitenlandse cliënten of transacties in risicolanden is dit een belangrijk waarschuwingssignaal.
Cliënt weigert volledige openheid van zaken
De klant in kwestie – een onderneming met activiteiten in onder andere juridische dienstverlening, notarieel werk, belastingadvies en administratieve ondersteuning – was al sinds 2013 klant bij ABN AMRO. In 2019 ontstonden zorgen bij de bank vanwege transacties met Iraanse partijen. Daarop startte ABN AMRO een cliëntenonderzoek, zoals verplicht op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Ondanks herhaalde verzoeken weigerde de klant echter om alle gevraagde informatie te verstrekken, onder meer met een beroep op geheimhoudingsplicht als “beroepsmatige rechtsbijstandverlener”.
De rechtbank oordeelt dat zelfs als er sprake is van een zekere geheimhoudingsplicht, dit het cliëntenonderzoek niet volledig mag blokkeren. Banken hebben op grond van de Wwft een wettelijke plicht om integriteitsrisico’s in kaart te brengen. Zonder volledige informatie kan de bank die verantwoordelijkheid niet dragen.
Bank mag relatie beëindigen op contractuele grond
ABN AMRO beriep zich in deze zaak niet alleen op de Wwft, maar ook op haar algemene bankvoorwaarden. Daarin staat dat de bankrelatie kan worden beëindigd met inachtneming van een redelijke opzegtermijn, tenzij dit onaanvaardbaar zou zijn. De rechtbank oordeelde dat de opzegging in dit geval niet onaanvaardbaar was. De klant had alternatieve bankrekeningen bij andere instellingen, waaronder Bunq, en kon dus blijven deelnemen aan het betalingsverkeer. Ook had zij geen voldoende zwaarwegende gronden aangevoerd om de opzegging tegen te houden.
Bovendien had de bank ruim de tijd genomen: al sinds 2019 was zij in gesprek met de klant over de ongebruikelijke transacties. Ondanks deze lange periode bleef essentiële informatie ontbreken.
Integriteitsrisico’s door vaagheid en gebrekkige documentatie
Een belangrijk punt in de uitspraak is dat de klant onvoldoende specifieke uitleg gaf over de transacties. Veel omschrijvingen bleven vaag (“juridische dienstverlening”) en achterliggende documenten ontbraken of waren onleesbaar gemaakt. Daardoor kon de bank niet beoordelen of er sprake was van witwasrisico’s. De rechtbank vond dat onacceptabel, zeker gezien de aard van de dienstverlening, de hoogte van de bedragen, en het feit dat betalingen kwamen uit of gingen naar landen met een verhoogd risico.
De klant had wel enkele stappen genomen – zoals het beëindigen van de relatie met twee Iraanse cliënten – maar dat bleek niet voldoende om het vertrouwen van de bank terug te winnen.
Intern register toegestaan bij verhoogd risico
De klant maakte ook bezwaar tegen opname in het interne verwijzingsregister (IVR) van ABN AMRO. De rechtbank wees ook dat bezwaar af. Het IVR is een intern systeem waartoe andere banken geen toegang hebben. De registratie diende het gerechtvaardigde belang van de bank om zichzelf en de financiële sector te beschermen tegen integriteitsrisico’s. Omdat het register niet openbaar is en beperkt in gebruik, vond de rechtbank dat de privacy van de klant voldoende werd gerespecteerd.
Belang van volledige medewerking bij Wwft-onderzoek
Deze zaak maakt duidelijk dat banken niet kunnen en mogen volstaan met halfslachtige informatie als het gaat om Wwft-verplichtingen. Ook als een klant zich op geheimhouding beroept, blijft de bank verplicht te controleren of transacties stroken met het risicoprofiel en de herkomst van gelden voldoende duidelijk is. Wie daar structureel in tekortschiet, loopt het risico dat de bank de relatie beëindigt – en dat mag.
Voor ondernemers die werken met buitenlandse cliënten, gelden uit risicolanden ontvangen, of diensten verlenen in de financiële of juridische sfeer, is het essentieel om vooraf na te denken over de documentatie die nodig is bij een cliëntenonderzoek. Als die ontbreekt, kan een bankrelatie plotseling ophouden te bestaan.
Conclusie
De rechtbank bevestigt dat ABN AMRO terecht de bankrelatie met haar klant heeft beëindigd wegens onvoldoende medewerking aan het cliëntenonderzoek. De klant had niet aannemelijk gemaakt dat de beëindiging onaanvaardbaar was. Daarnaast was sprake van verhoogde integriteitsrisico’s, vage transactiebeschrijvingen en structureel gebrekkige documentatie. De bank mocht daarom gebruik maken van haar contractuele opzeggingsrecht.
Financieel Recht Advocaten helpt uitsluitend bij bestaande geschillen met banken of financiële dienstverleners. Heeft u al een probleem, zoals een geblokkeerde rekening, opgezegd krediet of registratie? Dan kunnen wij procederen, onderhandelen of een schikking treffen namens u. Neem contact op als u juridische hulp nodig heeft.