Hoge Raad bevestigt: cryptovaluta horen bij box 3-bezittingen
De Hoge Raad heeft op 25 april 2025 geoordeeld dat cryptovaluta, zoals bitcoins en altcoins, behoren tot de bezittingen in box 3 van de inkomstenbelasting. Daarmee bevestigt het hoogste rechtscollege het standpunt van de Belastingdienst en eerdere uitspraken van het Hof. De belastingplichtige in deze zaak vond dat digitale valuta geen vermogensbestanddeel vormen in de zin van de wet, maar kreeg geen gelijk. Voor particulieren en ondernemers met vermogen in crypto is dit een belangrijke uitspraak: de fiscale behandeling van crypto’s als bezittingen in box 3 staat nu vast. In dit artikel leggen we uit waarom dit oordeel relevant is, hoe de rechter tot dit besluit kwam en wat de praktische gevolgen zijn voor belastingplichtigen met crypto.
Box 3 en de vraag: is crypto een bezitting?
Het geschil draaide om de vraag of cryptovaluta kwalificeren als “bezittingen” in de zin van artikel 5.3, lid 2, van de Wet inkomstenbelasting 2001. Belastingplichtigen geven jaarlijks in box 3 hun spaargeld, beleggingen en overige bezittingen op, en betalen belasting over een fictief rendement daarover. De belastingplichtige in deze zaak vond dat crypto daar niet onder valt, omdat cryptovaluta volgens haar geen vermogensrechten zijn zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek. Bovendien zou er geen sprake zijn van een verplichting van een ander jegens haar, zoals bij een vordering. Toch kwamen zowel het Hof als de Hoge Raad tot een ander oordeel.
Waarom crypto als vermogensbestanddeel geldt
De kern van de juridische redenering ligt in de interpretatie van het begrip ‘vermogensrecht’. Volgens de Hoge Raad is het fiscale begrip ruimer dan de civielrechtelijke definitie uit artikel 3:6 BW. Cryptovaluta vertegenwoordigen immers economische waarde:
Ze zijn overdraagbaar: je kunt ze verkopen of overboeken naar een andere wallet.
Ze leveren voordeel op: de waarde kan worden omgezet in euro’s bij verkoop.
Ze zijn verhandelbaar: crypto wordt actief op marktplaatsen verhandeld.
Dit betekent dat een cryptopositie economische waarde vertegenwoordigt, ook zonder dat daar een concrete tegenpartij met een verplichting aan verbonden is. Voor box 3 is dat doorslaggevend.
De rol van de “distributed ledger”
Een technisch maar belangrijk punt in de overweging is de manier waarop eigendom van crypto wordt vastgelegd. De zogeheten “distributed ledger” – beter bekend als blockchain – registreert eigendomsoverdrachten publiek en transparant. Hierdoor is voor derden controleerbaar wie op welk moment eigenaar is van een cryptovaluta. Volgens het Hof onderstreept dit de verhandelbaarheid en overdraagbaarheid van crypto, waardoor het als een bezitting in fiscale zin geldt. De Hoge Raad sluit zich hier volledig bij aan.
Verwerping van de overige klachten
De belastingplichtige had meerdere bezwaren tegen de uitspraak van het Hof, maar kreeg bij geen enkel punt gehoor bij de Hoge Raad. De inhoudelijke klachten werden zonder nadere motivering afgewezen. Dit is gebruikelijk als de rechter van oordeel is dat de zaak geen nieuwe rechtsvragen oplevert. Daarmee is de uitspraak definitief en bevestigt de Hoge Raad zonder voorbehoud dat cryptovaluta in box 3 vallen. Belastingplichtigen kunnen zich dus niet langer beroepen op juridische onduidelijkheid.
Wat betekent dit voor crypto-bezitters?
De gevolgen van dit arrest zijn helder:
Bezit in cryptovaluta telt mee voor de rendementsgrondslag van box 3 op 1 januari van elk belastingjaar.
Er geldt geen aparte vrijstelling voor crypto. Net als spaargeld en aandelen moet de waarde worden opgegeven.
Ook altcoins en tokens vallen hieronder, niet alleen bekende munten zoals bitcoin of ethereum.
Belastingplichtigen moeten dus jaarlijks hun cryptoportefeuille waarderen op de peildatum en opnemen in hun aangifte. Wie dat nalaat, loopt risico op navorderingen, boetes of zelfs strafrechtelijke vervolging wegens belastingontduiking.
Overwegingen voor ondernemers en investeerders
Voor ondernemers en zelfstandigen die beleggen in crypto is het belangrijk om dit onderscheid te maken: gaat het om zakelijk vermogen of privévermogen? In het eerste geval kunnen andere fiscale regels gelden (zoals winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden). Maar als crypto in privé wordt aangehouden, geldt het box 3-regime – en dus ook de verplichting tot opgave. Belangrijk is ook dat sommige ondernemers crypto gebruiken als betaalmiddel of als onderpand voor financiering. Dat verandert niets aan de fiscale kwalificatie voor box 3, tenzij het aantoonbaar bedrijfsvermogen betreft.
Conclusie
Met dit arrest is de fiscale positie van cryptovaluta in Nederland definitief verankerd: ze vallen onder de bezittingen van box 3. Daarmee komt een einde aan de discussie over de vraag of digitale valuta wel kwalificeren als vermogensbestanddelen. Particulieren en ondernemers met cryptobezit moeten dit dus meenemen in hun aangifte en alert zijn op de waarde op de peildatum. Dit arrest onderstreept het belang van correcte en tijdige opgave van crypto in de belastingaangifte.
Financieel Recht Advocaten helpt uitsluitend bij bestaande geschillen met banken of financiële dienstverleners. Heeft u al een probleem, zoals een geblokkeerde rekening, opgezegd krediet of registratie? Dan kunnen wij procederen, onderhandelen of een schikking treffen namens u. Neem contact op als u juridische hulp nodig heeft.