Het BFT heeft geconstateerd dat X vier ongebruikelijke transacties niet had gemeld bij de FIU. Daarom heeft het BFT X een aanwijzing en een boete van € 10.000 opgelegd. X is in beroep gegaan tegen de constatering van de BFT, maar de rechtbank heeft het beroep afgewezen.
Ongebruikelijke transacties
X werd aangepakt omdat zij niet had voldaan aan de artikelen 2a, 2b en 2c Wwft. Zij had onvoldoende invulling gegeven aan het risicobeleid en -management, had niet voldaan aan de monitoringsverplichting (art. 3 lid 2 sub d Wwft) en had het verscherpt cliëntenonderzoek (art. 8 Wwft) niet uitgevoerd. Volgens het BFT had X vier ongebruikelijk transacties niet bij de FIU gemeld.
Dit ging over een cliënt die als zorginstelling actief was en gefinancierd werd met PGB-gelden (persoonsgebonden budget-gelden). De vier transacties hadden de volgende namen: ‘omzet dagbesteding’, ‘lening stichting aan BV’, ‘vermenging zakelijk en privé’ en ‘lening Y’.
Beoordeling rechtbank
De rechtbank oordeelde dat het BFT terecht had gesteld dat X redelijkerwijs bekend had moeten zijn dat er aanleiding was voor het vermoeden dat drie van de vier transacties mogelijk verband hielden met witwassen of terrorismefinanciering. X had deze transacties daarom moeten melden aan de FIU. Ook had X nader onderzoek moeten doen naar deze transactie, omdat zij de met de transactie samenhangende facturen van de cliënt niet ontving.
Voor de transactie ‘lening stichting aan BV’ oordeelde de rechtbank dat deze als ongebruikelijk moest worden aangemerkt, omdat er jaarlijks voor een groot bedrag en zonder specifieke onderbouwing zorg werd ingekocht bij hetzelfde bedrijf. Ook de transactie ‘vermenging zakelijk en privé’ had als ongebruikelijk moeten worden aangemerkt, omdat deze samenhing met forse rekening-courantverhoudingen tussen de PGB-zorginstelling en natuurlijke of rechtspersonen. Ten slotte oordeelde de rechtbank dat X de transactie ‘lening Y’ niet ‘onverwijld’ had gemeld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de beroepen van X ongegrond verklaard. X had de meldplicht geschonden en had niet voldaan aan haar verplichting tot het verrichten van een verscherpt cliëntonderzoek. Het BFT had daarom terecht een aanwijzing en een boete van € 10.000 opgelegd. Lees de gehele uitspraak van de Rechtbank Rotterdam.
Financieel Recht Advocaten
Wij van Financieel Recht Advocaten hebben veel ervaring met het procederen tegen financiële instellingen als het gaat om het Wwft onderzoek. Heeft u vragen met betrekking tot verplichtingen van de Wwft, het cliëntenonderzoek (KYC onderzoek), Customer Due Dilligence (CDD) of de registratie van uw persoonsgegevens in interne of externe verwijzingsregisters (EVR/IVR). Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze advocaten.