De voorzieningenrechter in het kort geding tussen Noorlet B.V. (hierna: Noorlet) en ING heeft de vorderingen van Noorlet tot het continueren van de bankrelatie en het weghalen van de registratie in het Interne Verwijzingsregister (IVR) afgewezen. De voorzieningenrechter bepaalde dat de gerechtvaardigde belangen van ING bij het beëindigen van de relatie zwaarder wegen dan de belangen van Noorlet.
Aanleiding
Noorlet houdt zich bezig met de af- en bouw van horeca-, winkel- en kantoorpanden. A is middellijk bestuurder en enig aandeelhouder van Noorlet, en onmiddellijk bestuurder van Medpar B.V. (hierna: Medpar). Noorlet heeft sinds augustus 2014 een zakelijke rekening bij ING. In januari 2020 vroeg ING cliëntenonderzoek aan Noorlet naar bepaalde transacties en bedrijfsactiviteiten. Noorlet gaf (veelal laat en pas na herhaaldelijk aandringen) antwoord op de vragen van ING. Op 17 december 2020 deelde ING aan Noorlet mee dat de bankrekening was geblokkeerd omdat de gevraagde informatie niet was ontvangen.
Noorlet vroeg om opschorten bankrelatie
ING beëindigde de bankrelatie met Noorlet per 25 mei 2021 en registreerde Noorlet in het IVR. Noorlet verzocht ING de beëindiging van de relatie op te schorten. Vervolgens stuurde Noorlet op 14 juli 2021 nadere informatie aan ING, maar ING wees het bezwaar van Noorlet tegen de beëindiging van de bankrelatie af. Noorlet vorderde in kort geding de continuering van de bankrelatie en het weghalen van de registratie in het IVR. Na het uiteenzetten van het juridische kader beoordeelde de voorzieningenrechter de vorderingen. ING had twijfels over het gebruik van de bankrekening door Noorlet. Het betalingsgedrag strookte niet met de uitoefening van een bedrijf zoals Noorlet stelt. Noorlet gaf ook onvoldoende openheid van zaken over de transacties en het betalingsverkeer sloot niet aan bij de gestelde bouwactiviteiten van Noorlet.
Beoordeling voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter concludeerde dat ING zich terecht op het standpunt had kunnen stellen dat Noorlet onvoldoende opheldering had gegeven. De belangen van Noorlet waren onvoldoende zwaarwegend om de gerechtvaardigde belangen van ING bij het beëindigen van de relatie opzij te zetten. Het beëindigen van een bankrekening is een verstrekkende maatregel, maar Noorlet had de rekening de afgelopen jaren nauwelijks gebruikt, hetgeen de verstrekkendheid van de maatregel relativeert. Dit geeft tevens aan dat het Belang van Noorlet onvoldoende zwaarwegend is. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van Noorlet af, met veroordeling van Noorlet in de kosten.
Wij van Financieel Recht Advocaten hebben veel ervaring met het procederen tegen financiële instellingen als het gaat om het Wwft onderzoek. Heeft u vragen met betrekking tot verplichtingen van de Wwft, het cliëntenonderzoek (KYC onderzoek), Customer Due Dilligence (CDD) of de registratie van uw persoonsgegevens in interne of externe verwijzingsregisters (EVR/IVR). Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze advocaten.